1 januari 2021

 

Per 1 januari 2021 zijn er enkele nieuwe wet- en regelgevingen van kracht.

 

Nieuw verkeersbord voor laadpalen bij tankstation

Het wordt voor elektrische rijders duidelijker of zij hun auto kunnen opladen bij een tankstation langs de snelweg. Op de borden die een tankstation aankondigen komt in het vervolg rechts bovenin een blauwe zeshoek met daarin een stekker, zodat helder is dat het tankstation een laadpaal heeft. Voor tankstations met een waterstofpomp komt er rechts onderin een groene ruit met daarin H2.


Het oude pictogram voor alternatieve brandstoffen is onduidelijk. Het geeft wel aan dat er schone brandstoffen getankt kunnen worden, maar niet welke. Zo is het mogelijk dat elektrische rijders die willen opladen alleen een waterstofpomp aantreffen.


Plaatsen nieuwe borden kan nog jaren duren

De borden met nieuwe pictogrammen worden niet direct overal geplaatst, maar komen pas in de plaats van oude wegwijzers als die vervangen moeten worden. Daardoor kan het nog enkele jaren duren voordat ze overal staan. In Zeeland staan inmiddels al wel twee nieuwe borden.


Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur) is blij met de aanpassing. 'Mooi dat iedereen straks in één oogopslag kan zien waar je kunt laden of tanken langs de snelweg. Dat maakt schoon rijden weer een stukje comfortabeler en dat is een goede zaak.'


Bron: ANP

 

Snelheidsverhoging voor (land)bouwverkeer

Problematiek

Voor de wegbeheerder is het toelaten van (land)bouwverkeer vaak lastig. Daar zijn uiteenlopende redenen voor.

  1. De verkeersveiligheid. Hoewel het aantal verkeersdoden al jarenlang afneemt, verbetert veiligheid met landbouwvoertuigen nagenoeg niet. Het veiligheidsprobleem is deels inherent aan de aard van de landbouwvoertuigen: zij zijn groot en zwaar ten opzichte van bijna alle andere verkeerdeelnemers en in geval van een aanrijding weinig “vergevingsgezind”. Naast een kans op ongevallen, kunnen landbouwvoertuigen bedreigend overkomen, zeker bij voetgangers en fietsers. Binnen de bebouwde kom is een tractor een bijzonder voertuig en buiten de kom rijden landbouwvoertuigen snel ten opzichte van fietsers, maar langzaam ten opzichte van (vracht)auto’s.
  2. Een belemmering van de doorstroming als inhalen niet mogelijk is.


Verhoging maximum snelheid

Per 1 januari 2021 geldt een maximumsnelheid van 40 km/h voor (land)bouwverkeer in plaats van 25 km/h. De snelheidsverhoging geeft de wegbeheerder de kans het landbouwverkeer doordacht over wegen te sturen. Het oorspronkelijke idee was dat landbouwvoertuigen “overal” 40 km/h zouden mogen rijden. Dat idee is inmiddels genuanceerd. De maximum snelheid gaat gelden voor alle erftoegangswegen en gebiedsontsluitingswegen waar (land)bouwverkeer nu is toegestaan, met uitzondering van:

  • ETW30-wegen met vrijliggende fietspaden. Hier mag ook het (land)bouwverkeer niet harder dan 30 km/h rijden.
  • ETW30-wegen en GOW50-wegen zonder vrijliggende fietspaden. Hier mag het (land)bouwverkeer niet harder dan 25 km/h rijden.


Wijziging RVV 1990

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onderdeel c vervalt: voor landbouw- of bosbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid, als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, al dan niet met aanhangwagen, 25 km per uur.
  2. De onderdelen d tot en met g worden geletterd c tot en met f.
  3. In onderdeel f (nieuw) wordt “onderdelen c en f” vervangen door “onderdeel e”.


Na artikel 22 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 22a

  1. Voor zover niet ingevolge andere artikelen van dit besluit een lagere maximumsnelheid geldt, geldt als maximumsnelheid voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines, al dan niet met aanhangwagen, met een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25 km per uur: 25 km per uur.
  2. Voor zover niet ingevolge het eerste lid of andere artikelen van dit besluit een lagere maximumsnelheid geldt, geldt als maximumsnelheid voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines, al dan niet met aanhangwagen, met een maximum constructiesnelheid van meer dan 25 km per uur, op wegen:
    1. buiten de bebouwde kom;en
    2. binnen de bebouwde kom:
      1. die zijn voorzien van een vrijliggend fietspad of fiets/bromfietspad;
      2. die gesloten zijn voor fietsers; of
      3. waar een maximumsnelheid van 70 km per uur geldt:

40 km per uur.


De wegbeheerder krijgt een sleutelrol

Wegbeheerders zijn en blijven verantwoordelijk voor de beslissing om al dan niet (land)bouwverkeer op hun wegen toe te laten. Per 1 januari 2021 moet dus voor elke weg besloten zijn wat de nieuwe situatie is voor (land)bouwvoertuigen.Daarbij gelden complexe randvoorwaarden (de tractor moet zijn bestemming wel kunnen bereiken), maar ook uitdagende nieuwe mogelijkheden! Dat betekent dat er voor die datum van elke wegbeheerder een doordacht plan en uitwerking in de vorm van verkeersbesluiten, bebording en eventuele aanvullende infrastructurele maatregelen gevraagd wordt.


Met wegbeheerders (VNG, UPO en UVW) is afgesproken dat een "ja-tenzij"-beleid wordt nagestreefd. Wegen worden opengesteld voor (land)bouwverkeer en men mag er 40 km/h rijden, tenzij er redenen zijn vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid om dat niet te doen.


Afwegingcriteria om (land)bouwvoertuigen toe te laten op gebiedsontsluitingswegen:

  • Wegvaklengte < 2 km bij GOW80 met inhaalverbod tussen kruispunten
  • Intensiteit < 10.000 mvt/etmaal bij GOW80 2x1 of 1x2
  • Geen fietsverkeer op de rijbaan van GOW50 of GOW70


Afwegingcriteria om (land)bouwvoertuigen niet toe te laten op erftoegangswegen met een Vmax 60 km/h:

  • Er is een parallel route waar (land)bouwvoertuigen al 40 km/h mogen rijden
  • De rijbaan is smaller dan 6,5 m en moet gedeeld worden met > 500 fietsers/etmaal (op een hoofdfietsroute of belangrijke schoolfietsroute)


Ontheffing te brede (land)bouwvoertuigen

Om te kunnen sturen, kunnen wegbeheerders ontheffingen verlenen op basis van de breedte van de voertuigen. Het is mogelijk, maar in de praktijk niet gebruikelijk, om bepaalde wegen van de ontheffing uit te sluiten.


Wanneer is te breed (land-)bouwverkeer op een verkeersveilige manier toe te laten en wanneer niet? Het CROW (kennisplatform voor overheden) heeft op verzoek van de RDW toetsingscriteria opgesteld. De toetsingscriteria helpen u bij het beoordelen van de wegen voor te brede (land-)bouwvoertuigen.


Download hier de afwegingscriteria.


Aandachtspunten

Afwegingen kunnen uitsluitend door gezamenlijke wegbeheerders worden gemaakt. Aandachtpunten zijn:

  • Wel of niet toestaan van landbouwverkeer op “de rondweg/provinciale weg” ten opzichte van de route door de bebouwde kom.
  • De mix met fietsverkeer op een parallelweg.
  • Het betrekken van andere sectoren in dit overleg. Bijvoorbeeld de sectoren landbouw (inclusief loonwerkers), recreatie en de fietsersbond.
  • Een verdere verbreding is denkbaar door de logistiek in een gebied in ogenschouw te nemen, inclusief de verkaveling van (landbouw)bedrijven.
  • Relaties met vrachtverkeerroutes.


Parallel met de invoering van kentekening

Kentekening biedt kansen. Voor wegbeheerders is de consequentie van de kentekening dat de verlening van ontheffingen veel gerichter plaats kan vinden: niet meer per bedrijf, maar per voertuig. Het blijft mogelijk om de vergunning per voertuig te verlenen, maar beperkingen in ruimte en tijd zijn mogelijk. Door de kentekening wordt effectievere handhaving door de politie mogelijk.


Verkeersborden

Bijlage 1 RVV 1990 wordt 1 januari 2021 als volgt gewijzigd:

  1. De omschrijving bij bord C8 komt te luiden: Gesloten voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines.
  2.  De omschrijving bij bord C9 komt te luiden: Gesloten voor ruiters, vee, wagens, landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines, brommobielen, fietsen, snorfietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen.
  3. De omschrijving bij bord F11 komt te luiden: Verplichtgebruik passeerbaan of passeerstrook (rijbaan of -strook om ingehaald te kunnen worden), uitsluitend bestemd voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines.
  4. De omschrijving bij bord F12 komt te luiden: Einde verplicht gebruik passeerbaan of passeerstrook (rijbaan of -strook om ingehaald te kunnen worden), uitsluitend bestemd voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines.


Om (land)bouwvoertuigen die niet sneller mogen rijden dan 25 km/h te weren op 80 km/h-wegen heeft de NEN-commissie Verkeerstekens geadviseerd om onder de borden C8 en C9 het volgende onderbord te plaatsen: "uitgezonderd 'tractorsymbool' die sneller mogen rijden dan 25 km/h".


Door de gewijzigde betekenis van de borden C8 en C9, krijgen we vanaf 1 januari 2021 de volgende drie situaties:

  • Op wegen waar geen bord C8 of C9 is geplaatst mogen alle (land)bouwvoertuigen de weg inrijden.
  • Op wegen waar een bord C8 of C9 zonder onderbord is geplaatst mogen alle (land)bouwvoertuigen de weg niet inrijden.
  • Op wegen waar een bord C8 of C9 met onderbord is geplaatst mogen (land)bouwvoertuigen met een maximum constructiesnelheid van niet meer dan 25 km per uur de weg niet in rijden en (land)bouwvoertuigen met een maximum constructiesnelheid van meer dan 25 km per uur wel.



Download hier het Besluit van tot wijziging van het Besluit voertuigen, het Kentekenreglement, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en enige andere besluiten ter implementatie van richtlijn nr. 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PbEU 2014, L 127) en enige andere wijzigingen.

 

Nieuwe eisen landbouwverkeer

Vanaf 1 januari 2021 komen er nieuwe eisen aan (land)bouwvoertuigen, zoals breedtemarkering, zijafscherming bij bepaalde aanhangwagens en het verdwijnen van de afgeknotte driehoek. De nieuwe regelgeving maakt ook de invoering van de registratie- en kentekenplaatplicht van (land)bouwvoertuigen mogelijk en de APK-plicht voor snelle tractoren vanaf 1 mei 2021. De grootste wijzigingen komen er in de Regeling voertuigen, waarin alle eisen aan alle soorten voertuigen staan.


Met het wetsvoorstel van 11 april 2019 door de minister van Infrastructuur en Waterstaat worden de bepalingen uit richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 in de Nederlandse wetgeving doorgevoerd. Volgens die richtlijn moeten landbouw- of bosbouwtrekkers met een maximumsnelheid van meer dan 40 kilometer per uur vanaf 20 mei 2018 verplicht een algemene periodieke keuring (APK) ondergaan. Een eerder wetsvoorstel van die strekking is door de Tweede Kamer verworpen. Om de APK-plicht te kunnen controleren en te handhaven regelt het wetsvoorstel tevens een kentekenplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers, mobiele machines, motorrijtuigen met een beperkte snelheid en aanhangwagens die door dergelijke voertuigen worden getrokken.


Met de Wet van 20 mei 2020 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 is de basis gelegd tot wijziging van de Regeling voertuigen. De belangrijkste aankomende wijzigingen van de Regeling voertuigen op een rij:


Mobiele machine

Er komt een nieuwe voertuigcategorie mobiele machine. Onder mobiele machine vallen alle nieuwe zelfrijdende werktuigen, die vanaf 2021 voor het eerst in gebruik worden genomen. Bijvoorbeeld nieuwe oogstmachines, zoals hakselaars, maaidorsers en bietenrooiers en nieuwe grondverzetmachines, zoals mobiele graafmachines, wielladers en verreikers. De categorie mobiele machine is de opvolger van de bestaande categorie motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBS). De categorie MMBS blijft bestaan, maar hieronder vallen alle bestaande zelfrijdende werktuigen, die nu al in gebruik zijn. De eisen voor mobiele machines staan in het document van de internetconsultatie.


Afmetingen

  • Vanaf 2021 mogen MMBS’en en mobiele machines, die zijn ingericht voor het uitvoeren van werkzaamheden, maximaal 20,00 m lang zijn. Voorheen was dit 12,00 m, maar met name oogstmachines zijn regelmatig langer.
  • MMBS’en en mobiele machines die zijn ingericht voor het vervoer van goederen of personen, mogen ook na 31 december 2020 niet langer zijn dan 12,00 m.
  • Nieuwe landbouwaanhangwagens voor transport (bijv. kippers, silagewagens) mogen tot en met 31 december 2021 maximaal 3,00 m breed zijn, ook over de opbouw. Oftewel de bak mag buitenmaats nog maximaal 3,00 m zijn.
  • Vanaf 1 januari 2022 worden alleen nog nieuwe landbouwaanhangwagens met een maximale bakbreedte van 2,55 m toegelaten, waarbij de maximumbreedte over de banden wel 3,00 m blijft.
  • Alle bestaande landbouwaanhangwagens mogen 3,00 m breed zijn, zowel over de bak als over de banden.


Trekkerbumper

Nieuw is dat de trekkerbumper formeel wordt toegestaan op een landbouwtrekker. De trekkerbumper wordt omschreven als een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden. Voor de duidelijkheid: de trekkerbumper is en wordt niet verplicht.

  • De onderkant van de trekkerbumper mag maximaal 0,55 m boven het wegdek zitten en niet meer dan 0,50 m voor de tractor uitsteken.
  • De trekkerbumper mag daarbij maximaal 4,00 m voor het hart van het stuurwiel uitsteken.


Remeisen getrokken materieel

Vanaf 1 januari 2018 moeten alle nieuwe landbouwaanhangwagens (ingericht voor transport, bijv. gronddumper of silagewagen) en ook nieuwe verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (ingericht voor bewerkingen, bijv. balenpers) een goedkeuring hebben van de RDW.

Alle getrokken materieel, dat voor het eerst in gebruik is genomen vanaf 1 januari 2018 moet zijn voorzien van:

  • een tweeleidingremsysteem. Een éénleidingremsysteem is dus al bijna drie jaar niet meer toegestaan. Enige uitzondering zijn nieuwere aanhangwagens met een technische toegestane maximummassa op de assen van totaal 8.000 kg; deze mogen een oplooprem hebben.
  • een losbreekremrichting.


Alle getrokken materieel dat van voor 2018 dateert hoeft niet aan deze nieuwe remeisen te voldoen. Alleen wanneer het leeggewicht van de aanhangwagen of het getrokken werktuig groter is dan 3.500 kg moet er een goed werkende reminrichting op zitten. Wat voor soort rem dat moet zijn is niet vastgesteld.


Bumper en zijafscherming aanhangwagens

Nieuwe landbouwaanhangwagens voor transport moeten vanaf 1 januari 2018 al zijn voorzien van een stootbalk aan de achterzijde. Dit geldt niet voor dolly’s. Verder moeten nieuwe landbouwaanhangwagens met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/u, vanaf 2018 zijn voorzien van zijdelingse afscherming (ook wel fietsenvangers genoemd).


Breedtemarkeringsborden

Op alle nieuwe mobiele machines (vanaf 1 januari 2021) en op alle landbouwtrekkers, die in gebruik zijn genomen vanaf 1 januari 2018 en breder zijn dan 2,55 m moeten er aan de voor -en achterzijde breedtemarkeringsborden worden aangebracht. Voor MMBS’en geldt deze bepaling echter niet.


Zijmarkering

Verwisselbare gedragen uitrustingsstukken die voor of achter het voertuig meer dan 1,00 m uitsteken, moeten aan de zijkant zijn voorzien van een zijmarkeringslicht, een ambergele retroreflector of ambergele opvallende markering, die is aangebracht op een afstand van niet meer dan 1,00 m van de uiterste voor- of achterzijde.


Geen afgeknotte driehoek

Vanaf 2021 vervalt de verplichting om de afgeknotte driehoek op (land)bouwvoertuigen te voeren. Argument voor het loslaten van deze afgeknotte driehoek is dat Europese regelgeving het niet verplicht en dat de retroreflecterende kentekenplaat straks de zichtbaarheid van het voertuig vergroot.


Reageren

Tot 7 december kan iedereen via een internetconsultatie reageren. Je kan de nieuwe regelgeving inzien en reageren op de internetconsultatie door op deze link te klikken. De regelgeving kan je vervolgens downloaden. De huidige Regeling voertuigen tref je hier aan.


Bron: Cumula