1 juli 2010

Per 1 juli 2010 is een aantal verkeersregels veranderd. Hieronder vindt u de belangrijkste wijzigingen.

Verbod op doorsnijden rouwstoet

Vanaf 1 juli 2010 mag een rouwstoet door het overige verkeer niet meer doorsneden worden. De nieuwe verkeersregel geldt alleen op gelijkwaardige kruisingen, dus kruisingen zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden.
Deze maatregel getuigt van respect voor overledenen en hun nabestaanden, ook in het verkeer.

 

Wat houdt de regeling in?

  • Weggebruikers moeten op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet, ongeacht van welke kant de rouwstoet komt en ongeacht of de rouwstoet rechtdoor gaat of afslaat.
  • Het eerste voertuig van de rouwstoet valt niet onder de regeling en moet zich dus aan de normale voorrangsregels houden.
  • De regeling geldt niet op voorrangskruisingen, rotondes, kruispunten met verkeerslichten, invoegstroken en uitritten. Daar gelden voor de rouwstoet de normale voorrangsregels.


 

 Welke regels gelden nog meer vanaf 1 juli?

  • Een voetganger of een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die een zebrapad wil oversteken, moet een naderende rouwstoet voor laten gaan.
  • De bestuurder van een autobus die van een bushalte binnen de bebouwde kom wil wegrijden, moet een rouwstoet die van achteren nadert voor laten gaan. Buiten de bebouwde kom gold dit al.

 

Voor welke rouwstoeten gelden de regels?

  • De regels gelden alleen als de voertuigen van de rouwstoet (zowel begrafenisauto’s als particuliere volgauto’s) op de juiste wijze voorzien zijn van officiële rouwvlaggen (zie afbeelding hieronder). Deze vlaggen worden uitgedeeld door de uitvaartondernemer. De officiële vlaggen moeten aan voorschriften voldoen.
  • De officiële vlaggen, bevestigd aan de linker- en rechterzijde van de voertuigen, mogen alleen gebruikt worden om de overledene naar zijn laatste rustplaats (begraafplaats of crematorium) te begeleiden. Daarna gaan de vlaggen van de particuliere volgauto’s terug naar de uitvaartondernemer en worden de vlaggen op de begrafenisauto’s afgedekt. Vanaf dat moment gelden weer de normale voorrangsregels.
  • Het is voor uitvaartondernemers niet verplicht om de officiële vlaggen te gebruiken. Een rouwstoet zonder officiële vlaggen valt niet onder de regeling en moet zich aan de normale voorrangsregels houden.
  • Voor deelnemers aan een rouwstoet is een flyer over de nieuwe regels beschikbaar.

 

Afbeelding officiële rouwstoetvlag

 

 

De afmetingen van de zijden van de vlag (22 en 33 cm) zijn minimale afmetingen. De verhouding tussen de afmetingen van de zijden is steeds 1 : 1,5.

 

Neem nooit voorrang

Tot slot geldt altijd de algemene regel: neem nooit voorrang, maar kijk eerst of je voorrang krijgt.
 

Nieuwe verkeersborden

Er zijn twee nieuwe verkeersborden ingevoerd met de betekenis: 
Bord C7a: Gesloten voor autobussen en bord C7b: Gesloten voor vrachtauto’s  en autobussen.

                             


Geen helmplicht brombakfiets

Bestuurders van een brombakfiets waarvan de voorwielen een diameter hebben van meer dan 40 cm, hoeven geen helm te dragen.

Richtingaanwijzers op fietsen

Fietsen mogen voorzien zijn van richtingaanwijzers.

Ligplaatsen

Het gebruik van ligplaatsen in bussen, taxi’s en personenauto’s is toegestaan, mits deze ligplaatsen aan bepaalde eisen voldoen.

Reserveren parkeerplaatsen

Parkeerplaatsen kunnen door middel van onderborden gereserveerd worden voor een bepaald doel, bijvoorbeeld het afzetten en ophalen van passagiers of het opladen van elektrische auto’s.

Gebruik gehandicaptenparkeerplaats

Onterecht gebruik maken van een gehandicaptenparkeerplaats is niet meer mogelijk.

Rijden over verdrijvingsvlakken en puntstukken

Regels voor een ‘Puntstuk’   

Dit is een vlak op het wegdek op de plaats waar wegen zich splitsen of bij elkaar komen. Puntstukken mogen, net als verdrijvingsvlakken, niet gebruikt worden. Daarop is één uitzondering. Als een puntstuk in een spitsstrook ligt, mogen de bestuurders die deze spitsstrook volgen, over het puntstuk heen rijden. Reden: het gebruik van puntstukken, zoals voor parkeren of voor gebruik bij het in- en uitvoegen op de autosnelweg kan onveilige situaties opleveren.


Bestuurders van lijnbussen, trams en andere voertuigen die gebruik mogen maken van een busstrook of busbaan, mogen over verdrijvingsvlakken en puntstukken rijden, die in een busstrook of busbaan liggen.