In het project Autonome ontwikkelingen onderzoekt het Fietsberaad wat de gevolgen zijn van een aantal min of meer autonome ontwikkelingen op het fietsgebruik en hoe decentrale overheden hierop moeten of kunnen reageren. De toename van het aantal (niet-westerse)allochtonen is één van die autonome ontwikkelingen. Deze publicatie is het eerste resultaat van dit project. Allochtonen in Nederland gebruiken gemiddeld aanzienlijk minder vaak de fiets dan autochtonen. Marokkanen en Turken doen dat nog minder dan Antillianen en Surinamers. Er zijn geen aanwijzingen dat allochtonen meer zullen gaan fietsen als zij hun maatschappelijke situatie verbeteren. Verbetering van hun sociaal-economische situatie leidt naar verwachting vooral tot minder verplaatsingen te voet en een hoger autogebruik. Als allochtonen wegtrekken uit de grote steden (G4) is wel een stijging van hun fietsgebruik te verwachten. Stimulering van het fietsgebruik onder allochtonen kan op korte termijn vooral bijdragen aan hun maatschappelijke ontplooiing en gezondheid. Dit geldt vooral voor Turken en Marokkanen. Een hoger fietsgebruik onder allochtonen heeft op korte termijn relatief weinig effect op de leefbaarheid en bereikbaarheid van de steden, omdat het autogebruik onder deze bevolkingsgroep relatief laag is. Om aanknopingspunten voor het beleid op te sporen, is in de publicatie bekeken wat de samenhang is tussen het fietsgebruik van allochtonen en een aantal kenmerken zoals leeftijd, etnische achtergrond, mate van integratie en het verkeersbeleid.