Per 1 april 2008 is een aantal verkeersregels veranderd. Hieronder vindt u de belangrijkste wijzigingen.
Op de rijbaan mogen bromfietsers en gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen voortaan 45 km/uur rijden. Dat is veiliger, omdat deze snelheid beter aansluit bij de snelheid van de auto's op de weg. Let wel op, want op het (brom)fietspad is en blijft de maximumsnelheid voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen 30 km/uur binnen de bebouwde kom en 40 km/uur daarbuiten. De maximumsnelheid van de snorfiets blijft 25 km/uur. Op de stoep of het voetpad mogen gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen niet harder rijden dan 6 km/uur. Dit in verband met de veiligheid van de voetgangers.
Behalve op de stoep of het voetpad mogen skaters voortaan ook op het fietspad. En als er geen fietspad of stoep is, mogen skaters op de rijbaan.
Sommige auto's hebben speciale 'dagrijlichten' die bedoeld zijn om de auto overdag beter zichtbaar te maken. Automobilisten mogen die lichten nu ook gebruiken.
Als de mistlampen en de dimlichten aan de voorzijde van de auto tegelijk branden, bestaat de kans dat je verblind wordt door de reflectie van je eigen dimlicht. Daarom hoeven de dimlichten niet meer aan als de mistlampen branden.
U mag passagiers in de auto alleen vervoeren op een échte zitplaats, die gemaakt is voor het gebruik door volwassenen tijdens het rijden. Passagiers mogen dus tijdens het rijden niet zitten op een geïmproviseerde zitplaats of een zitplaats voor gebruik bij stilstand, zoals een zitbank in een camper. Er zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld het vervoer van kinderen tot 1,35 meter op een standaard of achteraf ingebouwd bankje in een stationwagen en passagiers die gebruikmaken van een rolstoel.
Wat betekenen de strepen op de weg?
Strepen op de weg kunnen een rijbaan in rijstroken verdelen of aangeven wat de maximumsnelheid is. Het is niet altijd duidelijk op wat voor soort weg je rijdt. Daarom komen er in Nederland nieuwe strepen op de weg. De nieuwe strepen heten ook wel essentiële herkenbaarheidskenmerken (EHK).
Alle wegen buiten de bebouwde kom krijgen nieuwe strepen, met uitzondering van de autosnelwegen. Dit soort werkzaamheden zorgen vaak voor hinder voor het verkeer. Daarom worden de strepen aangebracht tijdens periodiek onderhoud of bij de aanleg van nieuwe wegen. De nieuwe strepen geven aan wat de maximumsnelheid is die je op die weg mag rijden:
De nieuwe strepen veranderen niets aan de bestaande verkeersregels en maximumsnelheden op wegen buiten de bebouwde kom. Verkeersborden gaan voor strepen op de weg. Aan de strepen kun je zien hoe hard je normaal gesproken mag rijden. Soms past een lagere snelheid beter bij de situatie. Staat er een verkeersbord met een lagere maximumsnelheid? Dan moet je zich aan de op het verkeersbord aangegeven snelheid houden.
U kunt de brochure Nieuwe strepen op de weg: makkelijker en veiliger hier downloaden.
Bij wegwerkzaamheden staan vaak tijdelijke verkeerstekens op het wegdek. Die gaan boven andere verkeerstekens op de weg.
Elektronische verkeersborden (matrixborden) boven of naast de weg die bijvoorbeeld een maximumsnelheid aangeven, hebben voortaan dezelfde betekenis als 'gewone' verkeersborden. Maar staat op het matrixbord een andere maximumsnelheid dan op het verkeersbord dan geldt het bord met de laagste snelheid.
In de nieuwe verkeersregels komt een nieuw woord voor: 'puntstuk'. Dit is een vlak op het wegdek op de plaats waar wegen zich splitsen of bij elkaar komen. Puntstukken mogen, net als verdrijvingsvlakken, niet gebruikt worden. Daarop is één uitzondering. Als een puntstuk in een spitsstrook ligt, mogen de bestuurders die deze spitsstrook volgen, over het puntstuk heen rijden.