Te verwachten wetswijzigingen

 

Het ministerie van Verkeer & Milieu is met een aantal wetswijzigingen bezig, die op zijn vroegst per 1 juli 2016 een aantal verkeersregels zal veranderen. Hieronder vindt u de belangrijkste te verwachten wijzigingen.

 

Aanpassing milieuzones

Een milieuzone is in Nederland een gemeentelijke maatregel ter verbetering van de lokale luchtkwaliteit. In een milieuzone worden alleen "schone" vrachtwagens met roetfilter toegelaten.


Minister Schultz van Haegen wil met een wetswijziging de mogelijkheid geven om in een milieuzone, waarmee met het oog op het halen van de wettelijke normen voor de luchtkwaliteit de meest vervuilende auto’s geweerd kunnen worden uit delen van de stad, niet langer uitsluitend in te stellen voor bepaalde vrachtauto’s, maar ook voor categorieën oudere bestel- en personenauto’s. De minister wil hier een uniform verkeersbord voor doorvoeren, maar de Tweede Kamer heeft op 17 december 2015 een motie aangenomen, die haar dat verbiedt.


Lees meer over gemeentelijke milieuzones in ons speciale kennisdossier.

 

14 nieuwe verkeersborden

In bijlage I van het RVV 1990 worden in alfabetische en numerieke volgorde 14 nieuwe verkeersborden ingevoegd met bijbehorende omschrijving.


Toelichting

Met deze wijzigingen in bijlage I van het RVV 1990 worden op voorstel van de normcommissie verkeerstekens van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) een aantal nieuwe verkeersborden ingevoegd die vooral bijdragen aan de duidelijkheid in het verkeer in een aantal situaties.


Het betreft in de eerste plaats de mogelijkheid tram- of busbanen of -stroken en de combinatie daarvan aan te geven via gebodsborden in plaats van, zoals nu de praktijk is, via algemene verbodsborden met daarbij op een onderbord de uitzondering voor genoemde categorieën. Dezelfde verandering geldt voor het aangeven van de rijbaan of rijstrook die uitsluitend bestemd is voor lijnbussen en vrachtauto’s of uitsluitend voor vrachtauto’s. Het betreft hier de nieuwe borden F13 tot en met F22. Met plaatsing van de nieuwe borden F19 en F21 wordt voor lijnbussen en vrachtauto’s, respectievelijk voor alleen vrachtauto’s tevens bereikt dat zij niet op een andere rijstrook mogen rijden dan de speciaal voor deze categorieën bestemde rijstrook.


In de tweede plaats was eenduidigheid in de bebording gewenst voor passeerstroken, waarin landbouwvoertuigen rijden of even stilstaan om het andere verkeer de gelegenheid te bieden sneller te kunnen doorrijden. De wijziging brengt door een nieuw verkeersbord in de vorm van gebodsbord F11 deze eenduidigheid. Grote voordelen van ondersteuning van deze verkeersmaatregel vanuit het RVV 1990 zijn bovendien dat er door plaatsing van het nieuwe bord een verplichting ontstaat voor bestuurders van landbouwvoertuigen om de passeerstroken werkelijk te gebruiken en dat de stroken niet meer kunnen worden gebruikt door overig verkeer als oneigenlijke parkeerplaats.


En ten slotte wordt een nieuw informatief verkeersbord ingevoerd om een uitwijkplaats op smalle wegen mee te kunnen aangeven. Dit is wenselijk, omdat er een duidelijke behoefte is gebleken om weggebruikers in dit soort gevaarlijke situaties te helpen. Daarom zijn in de praktijk in dit soort situaties inmiddels veel verschillende door wegbeheerders zelf bedachte borden geplaatst. Die veelvormigheid in borden doet enigszins afbreuk aan de duidelijkheid die juist het belangrijkste motief is om dit soort borden te plaatsen, dus er is voldoende motief om nu een standaardmodel aan te bieden. De nieuwe borden, het zijn er twee om uitwijkplaatsen aan beide zijden van de weg helder te kunnen aanduiden, hebben de nummers L20 en L21 gekregen.


Download hier het ontwerpbesluit met veranderde wet- en regelgeving.


Geregistreerde bezoekers kunnen hierover een filmpje met de uitleg van alle nieuwe borden bekijken in onze mediatheek. Enkele kritische kanttekeningen bij de invoering van deze borden zijn hierbij wel op zijn plaats. Lees hiervoor onze weblog.


Per 1 januari 2015 zouden deze verkeersborden doorgevoerd worden in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 ( hierna RVV 1990). De eerder aangekondigde wijzigingen zijn echter NIET in werking getreden. Er is bij het ministerie een fout gemaakt met betrekking tot de publicatie en dat heeft geleid tot onduidelijkheid. Het ministerie streefde naar inwerkingtreding per 1 juli 2015, maar dat is ook niet gelukt. Het is echter mogelijk dat er nog aanpassingen aan teksten en borden zullen plaatsvinden.


Update 7 juli 2015: Invoering nieuwe verkeersborden opnieuw uitgesteld


Invoering van de nieuwe verkeersborden voor onder andere passeerstroken en voor uitwijkplaatsen op smalle wegen zou 1 juli ingaan. Inmiddels is vanuit het ministerie van I&M bekend geworden dat er gestreefd wordt naar invoering per 1 januari 2016. Reden hiervoor is dat de nieuwe borden en de wijzigingen van het RVV gekoppeld zijn aan een andere wetswijziging die vertraagd is.


Update december 2015: Invoering nieuwe verkeersborden opnieuw uitgesteld

Inmiddels is vanuit het ministerie van I&M bekend geworden dat de invoering opnieuw is uitgesteld en dat nu gestreefd wordt naar invoering per 1 juli 2016.


De wijzigingen betreffen in het algemeen kleine verbeteringen en het herstel van redactionele fouten.

 

Totaalmassa

Alle EU landen en landen ver hierbuiten, hanteren allemaal min of meer dezelfde goed werkbare wetgeving wat betreft toegestane gewichten; Nederland daarentegen kent als enige land een heel eigen systeem.


Wetgeving in Nederland

De som van de aslasten is gelijk aan de TMM. Volgens het Voertuigreglement Bedrijfswagens is de last onder iedere as van een vrachtwagen onderhevig aan een wettelijk maximum gewicht. In hoofdlijnen worden de volgende maximum aslasten gehanteerd: 11,5 ton voor een aangedreven as, 10 ton voor een niet aangedreven as en 19 ton voor een tandemas (afstand tussen 2 assen is kleiner dan 1,80m). Vervolgens bepaalt de optelsom van deze aslasten de Toegestane Maximum Massa (TMM) van de vrachtwagen, ofwel het gewicht van het ledig voertuig inclusief de lading, met een maximum van 50 ton per vrachtwagen. Door zijn bouw kan iedere vrachtwagen echter een verschillende TMM hebben. De TMM van een vrachtwagen kan hierdoor niet achterhaald worden aan de hand van het aantal assen of ander uiterlijk kenmerk, maar moet via het kenteken geraadpleegd worden.


Zoals gezegd wordt tot op heden in Nederland de TMM vastgesteld aan de hand van de som van de toegestane aslasten, samengevat:

  • de som van de aslasten is gelijk aan de TMM
  • met een maximum TMM van 50 ton
  • voertuigen van het hetzelfde type kunnen een verschillende TMM hebben
  • het gewicht moet exact over de assen verdeeld worden, er zijn geen marges mogelijk
  • nadelige gevolgen voor veiligheid en concurrentiepositie en boetes voor transporteur


Wetgeving totaalmassa per 1 juli 2016

In bijlage I komt de omschrijving van verkeersbord C21 te luiden: Gesloten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de som van de aslasten of de totaalmassa hoger is dan op het bord is aangegeven.


Door in de omschrijving van de geslotenverklaring voor voertuigen boven een bepaalde totaalmassa op te nemen dat deze geslotenverklaring ook geldt voor voertuigen waarvan de som van de aslasten diezelfde norm te boven gaat, blijft de gestelde norm over het totale gewicht hetzelfde als vóór de wijziging. Het meten van het gewicht is echter in de nieuwe situatie op veel meer plaatsen mogelijk, omdat het voertuig niet in één keer in zijn geheel gewogen hoeft te worden. De wijziging bestaat uit een aanpassing van de omschrijving van de betekenis van het verkeersbord C21 in bijlage I van het RVV 1990.


Of hiermee het probleem voor de Nederlandse transporteurs wordt opgelost zal in de praktijk moeten blijken. Invoering van de Europese Richtlijn 96/53 ter harmonisatie van maten en gewichten, zou pas echt effectief zijn.

 

Snorfiets met helmplicht naar de rijbaan

Er rijden steeds meer snorscooters op de toch al drukke fietspaden in met name de steden. Hierdoor ontstaan soms gevaarlijke situaties. De Tweede Kamer heeft nu een motie aangenomen om de regels aan te passen. Diverse gemeenten en de VNG hadden hier bij de minister op aangedrongen.


Minister Schultz van Haegen komt op basis van gesprekken met Amsterdam over het structureel aanpakken van de snorfietsproblematiek tot zeven opties die al dan niet in combinatie een bijdrage zouden kunnen leveren aan het verminderen van de lokale snorfietsproblematiek:

  1. Verplaatsen van de snorfiets naar de rijbaan in combinatie met een helmplicht.
  2. Snorfietser zonder helm verplaatsen naar de rijbaan.
  3. Een zonaal snorfietsverbod.
  4. Instellen van een milieuzone.
  5. Nog meer handhaven.
  6. Dealers harder aanpakken.
  7. Snorfiets ombouwen tot bromfiets.


De minister zal op basis van verzoeken van Amsterdam en de Tweede Kamer alsnog een wijziging van het RVV 1990 in procedure brengen, waarmee de wegbeheerder de bevoegdheid krijgt onder voorwaarden de snorfiets naar de rijbaan te verplaatsen met helmplicht.


Dat schrijft de minister in een brief van 17 november 2015 aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Hierover is op 8 december 2015 in de Tweede Kamer gedebatteerd. Lees hier de brief van de minister.


Deze ontwerpregelgeving moet nog in procedure worden gebracht, maar als de wijziging van het RVV 1990 wordt aangenomen, geeft dit gemeenten meer mogelijkheden om het probleem van snorscooters aan te pakken. Met de wijziging krijgen de (lokale) wegbeheerders de bevoegdheid om, onder voorwaarden, de snorfiets naar de rijbaan te brengen en een helmplicht in te voeren.

 

Tractors krijgen kenteken

Tractors hebben in de toekomst een kenteken nodig om op de openbare weg te mogen rijden. De ministerraad heeft op voorstel van minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu ingestemd met de invoering van de kentekenplicht voor tractoren en mobiele machines.


Met de invoering van dit zogenaamde T-kenteken voldoet Nederland aan de Europese APK-verplichting voor snelle tractoren, die in 2018 in werking treedt en wordt invulling gegeven aan een motie van de Tweede Kamer. Daarnaast kan voor snelle tractoren dankzij de kentekening een snelheidsverhoging worden doorgevoerd naar 40 kilometer per uur, op wegen waar dat volgens de wegbeheerder veilig is. Voor tractoren geldt momenteel nog een snelheidslimiet van 25 kilometer per uur.


Met het kenteken wordt ook de handhaving vereenvoudigd. De politie kan aan de hand van het kenteken beter optreden bij gevaarlijk rijgedrag, en controleren of het voertuig verzekerd is, wat het maximum laadvermogen is, en of de tractor een ontheffing heeft om op een bepaalde weg te mogen rijden.


De kentekenplicht zal gelden voor alle tractoren en mobiele voertuigen met beperkte snelheid (MMBS’en). Naar schatting zijn dit in totaal 430.000 voertuigen en landbouwaanhangers (150.000) waarmee 40 kilometer per uur gereden gaat worden.


De voertuigen die zijn uitgezonderd voor het op 1 juli 2015 ingevoerde T-rijbewijs, zoals straatveeg- en maaimachines smaller dan 1.30 meter, zijn ook uitgezonderd voor het T-kenteken. Daarnaast zijn voor de kentekenplicht alle tractoren en MMBS’en met een maximumconstructiesnelheid van ten hoogste 6 kilometer per uur uitgezonderd. Hier gaat het bijvoorbeeld om wegenbouwmachines of hoogwerkers.


De planning is om vanaf 1 januari 2017 alle nieuwe voertuigen direct vanuit de leverancier te kentekenen. Het bestaande wagenpark wordt van februari 2017 tot mei 2018 gekentekend.